De Levieten krijgen een gebied dat grenst aan dat van de priesters en even groot is:
25.000 bij 10.000 el. De hele lengte bedraagt 25.000 el en de breedte 10.000 el. Ze mogen er niets van verkopen of verruilen. Men mag het beste deel van het land niet in andere handen laten overgaan, want het is aan de HEER gewijd.
De rest van het gebied van 5000 bij 25.000 el is niet heilig; het is bestemd voor de stad, als woongebied en weidegrond. De stad zelf komt in het midden te liggen. Dit zijn de afmetingen ervan:
aan de noordkant 4500 el, aan de zuidkant 4500 el, aan de oostkant 4500 el, en aan de westkant ook 4500 el. De strook weidegrond rondom de stad is in het noorden 250 el breed, in het zuiden 250 el, in het oosten 250 el en in het westen 250 el. Langs het heilige domein blijft aan de oostkant 10.000 el en aan de westkant 10.000 el over. Die stroken lopen langs het heilige domein, en de opbrengst ervan is bestemd voor hen die in de stad werken. Zij zijn het ook die deze grond moeten bewerken. Ze komen uit alle stammen van Israël. Het heilige domein dat jullie moeten afzonderen, inclusief de eigen grond van de stad, is dus vierkant en meet 25.000 bij 25.000 el.
Wat overblijft aan weerskanten van het heilige domein en de eigen grond van de stad, is voor de vorst:
het gebied vanaf de 25.000 el van het heilige domein tot aan de oostgrens, en westelijk vanaf de 25.000 el tot aan de westgrens, evenwijdig aan de stamgebieden, is voor de vorst. Het heilige domein met het tempelheiligdom bevindt zich in het midden. Afgezien van de eigen grond van de Levieten en de eigen grond van de stad, die midden in het gebied van de vorst liggen, is al het land tussen het gebied van Juda en het gebied van Benjamin voor de vorst.